Van Cleef & Arpels
Een Franse juwelier met Nederlandse roots
De naam doet het al vermoeden en het is ook zo: het wereldberoemde Parijse juweliershuis Van
Cleef & Arpels heeft zijn roots in de Lage Landen. Lees hier de geschiedenis van gepassioneerde
juweliers, die tegenwoordig ook naam maken met hun horloges en parfums.
Het begin
De stambomen van de Nederlandse familie Van Cleef en de Vlaamse familie Arpels verbinden zich in
1895 in Parijs. Daar trouwt Alfred van Cleef, zoon van een edelsteenslijper, met Estelle Arpels,
dochter van een handelaar in edelstenen. Alfred en Estelle hadden veel gemeen: hun jeugdige
enthousiasme, hun pioniersgeest en hun liefde voor juwelen. In 1906 begonnen ze samen met
Charles Arpels, de broer van Estelle, het Maison Van Cleef & Arpels. Ze vestigden zich in een pand
aan de Place Vendôme. Nog steeds vormt het inmiddels iconische Place Vendôme 22 de thuisbasis
voor de inmiddels wereldberoemde juwelier, horlogemaker en parfumerie.
Exclusieve clientèle
Al snel voegden zich nog twee broers van Estelle, Julien en Louis, bij het familiebedrijf. Ieder had zijn
eigen specialiteit en dat bleek een ideale mix voor een succesvolle onderneming. Alfred en Estelle
bleken uitstekende managers, Julien had een oog voor het selecteren van de beste edelstenen,
Charles was een kei in het bewerken daarvan en Louis bleek veel gevoel voor marketing te hebben.
Pal tegenover het juweliershuis aan de Place Vendôme lag het beroemde Ritz Hotel, waar veel
Europese en Russische adel logeerde, net als veel rijke Amerikaanse zakenlieden. Van Cleef & Arpel
richtte zich op die clientèle en begon met het maken van zeer luxueuze sieraden. Het bleek een
uitstekende keuze. Al voor de Eerste Wereldoorlog begon werden er filialen in tal van Franse steden
geopend. Die oorlog zorgde voor een onderbreking van het succes, maar ook in die periode zaten de
Arpels en Van Cleefs niet stil. Zo werd Charles tolk voor het Britse leger en werkte Estelle als
verpleegster in een veldhospitaal aan het front.
The roaring twenties, de crisis en de oorlog
Na de oorlog werd de draad weer opgepakt. Schoonzoon Émile Puissant introduceerde de
‘uitverkoop’, tot dan een onbekend fenomeen. Het bleek een groot succes. Renée Puissant, de
dochter van Estelle en Alfred kreeg de artistieke leiding en vormde na de dood van haar man een
legendarisch duo met ontwerper René-Sim Lacaze. Prijs na prijs werd gewonnen en Van Cleef & Arpel
maakte succesvol de oversteek naar de Verenigde Staten, tegen de stroom in van de wereldwijde
crisis in de jaren ’30. De Tweede Wereldoorlog diende zich echter aan en die had grote gevolgen, ook
voor het bedrijf. De Arpels vluchtten naar Amerika, omdat Louis vrouw Hélène Joods was. Renée
week uit naar Vichy in het niet bezette deel van Frankrijk. Toen de Duitsers ook daar binnenvielen
pleegde ze zelfmoord.
Een kroon voor de keizerin van Perzië
Van Cleef & Arpels was tijdens de oorlog wel gewoon opengebleven. Daardoor kon na 1945 weer
snel een nieuw begin gemaakt worden. De groei ging gestaag verder en Van Cleef & Arpel mocht vele
beroemdheden rekenen tot hun klantenkring, onder wie Prinses Grace van Monaco en Barbara
Hutton, erfgename van het Woolwirth kapitaal. Een van de meest prestigieuze opdrachten was het
vervaardigen van de kroon voor keizerin Farah Diba van Perzië in 1967. Maar ook andere modellen
uit de jaren ’60 en ’70 zorgden voor de bevestiging dat Van Cleef & Arpels behoort tot de beste
juweliers ter wereld. Iets wat sindsdien alleen nog maar is bevestigd.